Indien men in het woordenboek het woord 'huik' opzoekt, vindt men er de betekenis: lange kapmantel zonder mouwen, voorheen zowel door mannen als vrouwen gedragen. Toch zullen er weinig Bossche vrouwen geweest zijn, die de huik, die thans in het Noordbrabants Museum tentoongesteld staat, hebben willen gebruiken. Het is namelijk een schandhuik.
Vóór 1800 kende men vrijwel geen gevangenisstraf. Een verdachte werd voor hij of zij voor de rechter verscheen opgesloten. Er volgde later wel eens een straf, maar géén gevangenisstraf. De doodstraf was vanzelfsprekend de zwaarste straf, maar men kende tevens geselingen, verbanning en ook het tentoonstellen.
De schandhuik werd gebruikt voor vrouwen. De mantel is vervangen door een zitje, maar de vorm is nog als de lange mantel herkenbaar. Op deze houten huik heeft in 1688 de maker onreine dieren en symbolen van de onkuisheid uitgesneden: padden, slangen, kikkers, spinnen, hagedissen en vleermuizen, naast de drie grote 'bosbomen', hét herkenningsteken van de stad.
De veroordeelde vrouw moest plaatsnemen in de huik. Ontsnappen kon zij niet. De huik werd op een kar geplaatst en tot haar grote schande rondgereden, zodat iedereen de veroordeelde kon zien. En vanzelfsprekend zal het niet bij kijken alleen gebleven zijn: de toeschouwers zullen duidelijk hun mening over de 'misdaad' gegeven hebben en het was gebruikelijk vuiligheid naar de tentoongestelde vrouw te gooien.
In 1688 is de huik (foto) vervaardigd. Vóór die tijd was er voor overspelige vrouwen zelfs een speciale draaikooi op de Markt gebouwd, waarin zij tentoongesteld konden worden. De schandhuik en de draaikooi vervingen voor vrouwen de lijfelijke straf, zo lezen we in de stadsnotulen van 1645. Het stadsbestuur had goedgevonden 'binnen deser stadt een drayom of coye te doen maecken, om mits de veelvuldige moetwilligheden, vechteryen, quade bejegeningen, lichtvaerdigheyten, qualyke, vuyl en profaen spreken en schelden der gemeyne vrouwlieden en hoeren, waarover men dezelve niet wel aan den lyfe konde straffen, zoodanige vrouwspersoonen daerin te stellen'. Niet alleen schelden, vechten of hoererij leidden tot de schandhuik: ook voor diefstal of bedelarij werd deze straf opgelegd.
Het tentoonstellen in de draaikooi of huik kon wel eens 24 uur duren. Soms was het een onderdeel van een straf en volgde na het tentoonstellen de verbanning uit de stad.
Archiefonderzoek zal noodzakelijk zijn om te kijken of deze huik daadwerkelijk, en hoeveel keer, gebruikt is.
|